Acht jaar lang werkte Gözde Eyce (36) als beloningsmanager in de wereld van fast fashion en andere snel roterende consumptiegoederen. Ze was er doodongelukkig, dus toen haar vriend een baan vond in Rotterdam, verruilde ze haar geboortestad Istanbul voor een nieuw leven in Nederland.
‘Ik vond kunst en illustratie altijd erg leuk, dus ik besloot mijn baan op te zeggen om een portfolio op te bouwen. Mijn stijl is kleurrijk, met imperfecte lijnen. Ik dacht: dit past mooi bij kinderboeken. Ik begon met tekenen in Istanbul en toen we een paar maanden later naar Rotterdam verhuisden, ben ik daar mee doorgegaan.

In Nederland stuurde ik mijn portfolio naar diverse uitgeverijen, maar het ging niet zo makkelijk als ik had gehoopt. Al die tijd stond ik vroeg op, ging aan mijn bureau zitten, en tekende. Na anderhalf of twee jaar kreeg ik mijn eerste betaalde opdracht en inmiddels heb ik van mijn passie mijn werk kunnen maken.’
Welke locaties inspireren jou?
‘Ik ben dol op reizen en probeer ieder jaar een Interrail te doen. Dit jaar ben ik een paar weken met de trein naar Italië gegaan. De architectuur en de manier waarop mensen leven, vind ik erg interessant. Ik neem mijn ervaringen ook mee in mijn werk. Als ik bijvoorbeeld in een kinderboek maak over Italië, weet ik dat het daar normaal is om laat te eten, een rustiger tempo aan te houden en dat ze erg kunnen genieten van het zonnetje.
Ik ben ook dol op muziek, dus als ik op reis ben, probeer ik altijd live muziek te zien. Dat hoeft geen groot concert te zijn, maar een optreden in een kleine jazzclub, bijvoorbeeld. Zo was ik tijdens mijn laatste reis de enige toerist in de jazzclub van Ferrara. Er speelde een jazzkwartet. Ze zijn vrij onbekend, en hebben maar vijfhonderd maandelijkse luisteraars op Spotify, maar door deze spontane ontmoeting luister ik ze nu heel vaak.
Verder voel ik me inmiddels een echte Rotterdammer. Ik voel me hier thuis. Het is een diverse stad met veel liefde voor kunst en cultuur. Het is met geen enkele andere plek te vergelijken. Ik deel een werkplek met andere makers, waaronder een architect, een schrijver en een animator. We beïnvloeden en inspireren elkaar. Het voelt als een speelruimte waar ik een beetje boven de grond mag zweven, alsof ik vlieg.
Daarnaast geef ik yogales, en als ik daar ben voel ik me juist weer erg gegrond. We delen onze emoties en werken met ons lijf. Dat voelt ook als een kunstvorm. Eigenlijk ben ik in alles wat ik doe bezig met delen en ik haal veel inspiratie uit mijn omgeving.’
Welke muziek luister je graag?
‘Als ik niet met iemand aan het praten ben, luister ik vrijwel altijd naar muziek. Het is een fijn gevoel om een achtergrondgeluid te hebben dat je kalm maakt, of juist energie geeft. Muziek is een steun in mijn rug.
Als ik iets moet lezen, luister ik graag naar neoklassieke jazz of rustige pianomuziek. Als ik aan een project werk, zoek ik muziek op die past bij de emoties die ik moet tekenen. Wanneer ik energie nodig heb, luister ik naar The Teskey Brothers of andere oppeppende muziek.
Na afloop van een yogales komen mensen vaak naar me toe om te vragen welke playlist ik heb. Ik gebruik namelijk niet de standaard yoga-achtige muziek, maar jazz of neoklassieke pianomuziek.’
Welke kunstenaar(s)/maker(s) vind je tof?
‘Ik houd van het werk van Shaun Tan, Lisa Congdon en Beatrice Alemagna. Ze hebben een heel eigen stijl die zowel eenvoudig als gedetailleerd is. Ik kan daar helemaal in opgaan.
Shaun Tan heeft een magische, haast dystopische tekenstijl, terwijl de stijl van Beatrice Alemagna heel gevoelig en naïef is. Beide kunstenaars creëren veel, niet alleen voor anderen, maar ook voor zichzelf. Ik denk tegenwoordig ook vaker: ik wil dit werk gewoon maken. Dat gevoel van vrijheid, jezelf geen grenzen of beperkingen opleggen, brengt mooie kunst voort.
Ik word ook geïnspireerd door Etel Adnan en Joan Mitchell. Beiden waren krachtige, vrouwelijke stemmen in een door mannen gedomineerde kunstwereld. Hun werk voelt persoonlijk, gedurfd en zeer expressief. De abstracte stijl van Joan Mitchell laat veel ruimte over voor eigen interpretatie. Dat vind ik belangrijk in kunst. Ik houd er zelf bijvoorbeeld niet van om te tekenen wat ik lees, dat staat namelijk al in de tekst. Ik wil iets tekenen dat een andere visie laat zien, en dat ruimte over laat aan de lezer om een eigen verhaal te creëren bij de illustratie.

Welk boek heeft een blijvende indruk op je gemaakt?
‘De boeken die me echt zijn bijgebleven, gaan allemaal over het vinden van jezelf. Extreem luid & ongelooflijk dichtbij, van Jonathan Safran Foer, bijvoorbeeld, of De Alchemist van Paulo Coelho. Maar ook The Catcher in the Rye van J.D. Salinger en De Kleine Prins van Antoine de Saint-Exupéry. In alle boeken draait het om een zoektocht; van jezelf hervinden na een groot verlies, tot ontdekken wie je nou werkelijk bent. Ik herken die zoektocht in mijn eigen leven. Ik voelde me thuis in Istanbul, maar uiteindelijk niet meer. Ik worstelde met mezelf en kwam thuis in Rotterdam.
Als kinderboekenillustrator kijk ik natuurlijk ook graag naar kinderboeken. Ik ben dol op het boek De dag dat ik een vogel werd van Ingrid Chabbert, over een jongetje dat verliefd wordt op een meisje uit zijn klas en het gevoel heeft alsof hij vliegt. Uiteindelijk wordt hij een vogel.
En tot slot het boek Cicade van Shaun Tan. Het is een prentenboek over een cicade die jarenlang op hetzelfde kantoor werkt, maar daar niet goed behandeld wordt. Op het eind vindt hij zijn vrijheid en slaat hij letterlijk zijn vleugels uit. Ook hierin herken ik mijn eigen zoektocht enorm. Ik was ook ongelukkig in mijn werk en heb mijn vleugels uitgeslagen, op naar een nieuw leven. Los daarvan zijn de illustraties echt schitterend.’
Welk idee of filosofie heeft jouw denken veranderd?
‘Eén idee dat mijn mindset echt gevormd heeft, is het omarmen van imperfectie. Ik houd van de wiebelige lijnen in mijn werk en van de imperfecties in andermans kunst. Het hoeft niet perfect te zijn. Sommige vrienden zijn wel perfectionistisch en mijn hart breekt als ik hen zie worstelen. Geef jezelf wat ontspanning, denk ik dan.
Daarnaast geloof ik er heilig in dat je kunt stijgen door anderen te verheffen. Toen ik in Rotterdam kwam, kende ik niemand. Ik sprak de taal niet, had geen vrienden. Alles was nieuw voor me en ondertussen probeerde ik een eigen bedrijf op te starten. Dat was lastig. Inmiddels heb ik een degelijk netwerk en vind ik het leuk om anderen te helpen en mensen aan elkaar te koppelen.
Als je anderen succes ziet hebben, is dat zo’n fijn gevoel! Ook voor jezelf. Het klinkt wat stom misschien, om te zeggen dat je blij en trots bent als je iemand anders succes ziet hebben, maar het is echt zo. Iemand helpen met zijn/haan eigen zoektocht en diegene vervolgens zien sprankelen, dat is geweldig! Het is een van mijn favoriete dingen om te doen in het leven.’
Deze substack is gratis, maar overweeg een kleine donatie, zodat ik meer onafhankelijk werk kan maken 🙏🏻